In oktober 1957 staat Jerry Lee Lewis in de Sun-studio’s in Memphis om het nummer ‘Great Balls Of Fire’ op te nemen. Lewis scoort grote hits maar er knaagt iets diep vanbinnen in zijn ziel. Na het achteroverslaan van het nodige geestrijk vocht spreekt hij met baas Sam Philips over zijn zielenheil. Het gesprek van zo’n vier minuten is ‘toevallig’ opgenomen en woordelijk overgenomen in het Sun Records boek.
Jerry Lee Lewis is een neefje van dominee Jimmy Swaggert, en het is in de jaren vijftig in Memphis en omstreken niet vanzelfsprekend om zomaar ongestraft ‘The Devil’s Music’ te spelen (bekijk even het mooie fragment van de twee neefjes in de speelfilm over het leven van Jerry Lee Lewis). Lewis, die zijn eerste noten op een piano in de ‘Holiness Church, Meeting of God Assembly’ speelde, twijfelt over ‘Great Balls of Fire’, een speciaal voor hem door rythm & blues-songwriter Otis Blackwell gecomponeerd nummer. Hij vindt dat de songtekst op blasfemische wijze refereert aan de Bijbelse ‘vuurprofetie’ uit Openbaring 8. Veel christenen in de Amerikaanse Biblebelt gebruikten deze term voor het vuur dat vanuit de hemel op de aarde zal vallen zoals beschreven in het boek Openbaring.
Sam Philips probeert Jerry gerust te stellen: ‘You can play rock-’n-roll and do good, help people – even save souls.’ Jerry schreeuwt emotioneel: ‘How can the devil save souls? What are you talking about? Man, I got the devil in me! If I didn’t have, I’d be a Christian!’
Het einde van het gesprek (luister via deze link, quote op 2:35-3:05) staat niet op de geluidsband. Wat we wel weten is dat het nummer diezelfde nacht is opgenomen. ‘
Great Balls of Fire’ komt op 25 november 1957 de Amerikaanse hitparade binnen, en staat op 6 januari 1958 al vier weken op de tweede plaats. De gillende (vrouwelijke) fans zijn enthousiast over de ‘great balls of fire’ van de zanger. Maar de onrust blijft, Jerry vraagt zich in interviews hardop af of hij niet beter de rock-’n-roll de rug had kunnen toekeren, om gospel te zingen in de kerk van zijn neef.